Het is tegenwoordig nog steeds moeilijk te zeggen waar de precieze oorsprong van de koolrabi huist, maar vermoedelijk vind het zijn oorsprong in het Middellandse zeegebied en centraal-Azië. Het is bekend dat de Romeinen de groente al kenden en het de 'caulo rapa' - 'stengel koolraap' noemden. De koolrabi groeit in tegenstelling tot de koolraap niet onder, maar boven de grond.
Duitse favoriet
Hier in het Noorden van Europa kennen we de aromatische knol sind de Middeleeuwen, in de 19e eeuw werd het vooral in Duitsland populair. Daar wordt hij nog steeds het meest geproduceerd. Nergens in europa worden zoveel knollen gekweekt. Een Duitser eet gemiddeld een kilo van deze groente per jaar. Het is het neefje van de broccoli en bloemkool. In Nederland wordt koolrabi hoofdzakelijk in de kas geteeld. Hier is hij tamelijk onbekend, maar de prachtige lichtgroene of paarse knollen verdienen meer belangstelling. Rauw smaakt het als radijs met een zoetige hint van selderij. Gekookt doet koolrabi eerder denken aan bloemkool, maar dan iets pittiger. In de maanden van april tot en met oktober komt hij vers van het veld.
Rode en paarse varianten
Afhankelijk van het ras varieert de kleur van de huid van witachtig, witgroen tot fel groen, rood of paars. Het vlees van de knol is echter altijd wit. De felgroene, malse bladeren ze zitten boordevol voedingstoffen en zijn - mits goed bereid, een delicatesse. Je kunt ze koken als spinazie, fijngehakt als smaakmaker door de salade mixen of met andere groenten gebruiken in soep. De knol zelf is in stukjes gesneden en gekookt heerlijk bij gebraden vlees of vis. Maar het is ook erg lekker in soep, stoofschotels of overschotels. Rauw geraspt of gesneden past het perfect in een salade.
Gevulde koolrabi
Wat dacht je van gevulde koolrabi? Kook de geschilde knollen als geheel. Laat ze afkoelen en snijd het deksel eraf. Hol ze uit en vul met polenta of rijst, gehakt, groenten en/of couscous. Strooi er daarna kaas overheen en zet hem een tijdje in de oven. Verrukkelijk.