Niet te vergeten groenten!

Groenten die in Nederland zijn vergeten, worden in andere landen soms nog volop gegeten. Hoog tijd om ze ook bij ons weer terug te brengen op het menu. Wij laten je graag zien hoe jij ze kunt gebruiken.

Meiraap wordt ook wel knolraap of meiknol genoemd. De smaak van meiraap is scherp en vrij pittig en kan daardoor goed rauw gegeten worden, of verwerkt worden in salades. Snijd meiraap in dunne plakjes voor op de boterham of rasp een knolletje voor een salade met tuinkers, buffelmozzarella en citroendressing. Meiknollen kun je ook prima stoven, grillen, roosteren en roerbakken waarbij de scherpe, pittige smaak zachter wordt.

Koolraap behoort tot de koolfamilie. In tegenstelling tot andere koolsoorten groeit koolraap onder de grond. De koolraap is waarschijnlijk ontstaan uit een kruising tussen kool en meiraap. Koolraap en meiraap worden dan ook vaak verward met elkaar, maar het zijn twee verschillende plantenwortels. In tegenstelling tot meiraap is koolraap rauw niet lekker. Met zijn zachte, iets zoete smaak komt deze groente gekookt of gestoofd het best tot zijn recht. Het is lekker in recepten met bijvoorbeeld kerrie, kaas, pinda, rookworst, ham of lamsvlees.

De aardpeer, ook wel topinamboer of Jeruzalem-artisjok, is familie van de zonnebloem. Het is een mooie sierplant, die tot wel twee meter hoog wordt. De wortelknollen, die niet groter worden als aardappels, groeien ondergronds. De zachte, zoete smaak van aardpeer doet een beetje denken aan die van artisjok. Aardperen zijn, mits heel vers, rauw te eten en dan zijn ze lekker brossig en krokant. Ook kun je soep te maken met de groente. Maar in stoofschotels of wokgerechten is het ook een heerlijke toevoeging. Ze smaken lekker met aardappels, wortels, vis en noten. Maar ook met bijvoorbeeld prei, erwten, bonen en broccoli gaan ze goed samen. En als je eens een alternatief wilt voor gebakken aardappeltjes, kun je aardpeer zeker gebruiken.

Pastinaak is familie van de wortel, maar de smaak is zoetig en anijsachtig. De groente kan gebruikt worden als smaakmaker in soepen of stoofschotels. Ook kun je er plakjes van schaven en deze roosteren in de oven met wat olijfolie, peper, zout en knoflook tot pastinaak frietjes of frituren tot pastinaakchips.  

Palmkool is een boerenkoolachtige koolsoort die ook in de winterperiode doorgroeit. De kool wordt van onderaf geoogst, doe je dit regelmatig dan krijgt de plant de vorm van een palmboompje. De plant groeit het beste bij koel weer, na een periode van vorst krijgt de plant zelfs een wat zoetere smaak. Je kunt het blad verwerken in een stamppot, soep en winterse roerbakgerechten. Ook is het jonge blad rauw te gebruiken door salades of in groene smoothies.

Rammenas, ook wel zwarte radijs genoemd, is familie van de rode radijs en de rettich. De smaak van rammenas is goed vergelijkbaar met radijs, alleen zijn ze iets milder van smaak. Net als radijs hebben ze een frisse knapperigheid. Rammenas wordt vaak rauw gegeten, bijvoorbeeld in friszure salades. Ook kan de groente gekookt, geroerbakt of gestoofd worden voor een frisse toets in je gerechten.

Een pittige smaakmaker is de mierikswortel. Deze zogenoemde ‘peperwortel’ wordt ook wel gezien als het zusje van wasabi. De wortel behoort tot de familie van de kruisbloemigen en is dus een neef van onder andere radijs, rammenas en koolgewassen. De smaak is scherp en pikant mosterdachtig en kan daardoor aan diverse gerechten worden toegevoegd. Zo doet de wortel het erg goed in combinatie met vis als paling en zalm of vlees, bijvoorbeeld varkensvlees, biefstuk, lamsbout of lamskoteletten. Je kunt mierikswortel ook raspen en verwerken in een rauwkost of verwerken in mayonaise, zure room of Griekse yoghurt. De jonge bladeren van mierikswortel zijn lekker in salades met bijvoorbeeld rode biet of aardappel.

Zwarte wortel, winterasperge, keukenmeidenverdriet – het zijn allemaal bijnamen voor de schorseneer. Het schoonmaken van schorseneren is best wat werk, waardoor de groente uit beeld is verdwenen. Zonde, want het vruchtvlees is erg lekker en de smaak doet denken aan asperge of artisjok en soms zelfs oester. Schorseneer wordt vaak gekookt gegeten met een (kaas)saus, maar rauw (geschild en geraspt) is hij ook bijzonder lekker. Verwerk  schorseneer koud in een salade met partjes sinaasappel of net maak ze klaar net als asperges: met een gekookt ei en ham. Of maak er een roerbakgerecht van met ui, paprika en champignons.